De stad van de honden
Leon de Winter

De stad van de honden (2023) – Leon de Winter (uitg.Overamstel/ Hollands Diep, 208 blz.)

‘Hoofdpersoon is een hooggeprezen neurochirurg. Hij is joods, zijn vrouw niet, hun dochter Lea wilde uitkomen. Elk jaar bezoekt hij in Israël de grot, waarin Lea en haar Amerikaans/Israëlische vriend een aantal jaren geleden tijdens een vakantie verdwenen. De vader weigert haar dood te accepteren. Dit onoverkomelijke drama is de kern van een zeer beeldend geschreven verhaal. Na de landing van zijn tiende reis wordt hij opgewacht. Via de premier van Israël wordt hem verzocht een geheime missie te aanvaarden: de 17 jarige dochter van een Saoedische leider te opereren aan ‘vaatmalformatie’. Dit slaagt. Naast een grote som geld wordt de arts alle medewerking toegezegd zijn dochter op te sporen. Kort daarna glijdt hij op straat uit over hondenpoep, valt met zijn hoofd op de keien en ontwaakt in het ziekenhuis. Hij is geopereerd aan een gecompliceerde schedelbreuk. Als de neurochirurg het ziekenhuis mag verlaten, moet hij opnieuw leren lopen en zijn woorden formuleren. Geactiveerd zijn echter hallucinaties en stemmen in zijn hoofd. Zoals die van de hond, die hij op een van zijn zoektochten water gaf. Deze hond hoort hij nu praten, adviezen geven. De hond brengt hem in contact met een andere raadgevende groep honden. Hij realiseert zich op deze manier niet te kunnen leven. Hij gaat Lea achterna…'(Mia Davidson)

 

Leon de Winter (Den Bosch, 1954) is een Nederlandse schrijver en columnist. Hij maakte zijn literaire debuut in 1976 met de verhalenbundel Over de leegte in de wereld. Voor zijn romandebuut De verwording van de jonge Dürer (1978) ontving hij de Reina Prinsen Geerligsprijs.

Add Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *